Poerim: het kwaad heeft niet het laatste woord
Op woensdagavond 20 maart ben ik van plan om Poerim mee te vieren in de synagoge in Middelburg. Poerim valt dit jaar op 20 en 21 maart. Het boek Ester zal dan centraal staan. In de afgelopen tijd heb ik in mijn eigen gemeente te Oost-Souburg gedeelten uit het verhaal van Ester gelezen, want dat stond op het leesrooster van Kind op Zondag.
Het boek Ester is een oud verhaal dat telkens weer actueel is: het gaat over Joodse identiteit in een vijandige wereld, over jodenhaat en uitroeiing, en over het overleven van het Joodse volk. Het verhaal roept tal van vragen op: over misbruik van macht door hoge heren, over seksueel misbruik, over rechten van vrouwen, over het recht je te verdedigen, over hoe om te gaan met het veelkoppige monster van jodenhaat.
Het is een verhaal, met veel humor geschreven, maar tegelijkertijd ook met bittere ernst. Een uitgebalanceerde combinatie van satire en aanklacht, van komedie en tragedie. Het verhaal laat je nadenken over het mechanisme dat er eerst een enkele zondebok wordt gezocht, Mordechai, en dan krijgt een heel volk, het Joodse volk, de volle lading. Helaas nog steeds actueel.
Hoe wordt dit verhaal gelezen in de Joodse gemeenschap? Ik vroeg het enkele rabbijnen: twee rabbijnen die zijn aangesloten bij het Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom en de opperrabbijn van het IPOR (Interprovinciaal Opperrabbinaat). Een waaier aan betekenissen kreeg ik terug.
Corrie Zeidler: Neem zelf je lot in handen en laat een verborgen kant van jezelf zien
"Poerim is voor mij het feest waarin niets lijkt wat het is, waarin de daders het slachtoffer worden en de slachtoffers overwinnen, waarin juist door de 'verborgenheid' van de Eeuwige, de mens zelf zijn lot in handen moet nemen om het slechte tij te keren.
Het is ook het feest waarvoor 2 van de 4 specifiek voor dit feest mitswot [geboden] gaan over geven en delen: het sturen van lekkernijen naar vrienden en het geven van giften aan de armen. Onze vreugde kan pas compleet zijn als we ook anderen verblijden.
En tot slot is Poerim het feest waarin we ons kunnen verbeelden iemand anders te zijn, al is het maar voor één dag in het jaar. Door ons te verkleden en een masker op te doen, durven we misschien een kant van onszelf te laten zien die we anders verborgen houden."
Binyomin Jacobs, opperrabbijn: Diplomatie of bidden? Volg zowel de Esther- als de Mordechaimethode
"In de Rol van Esther, het laatste deel van Tenach – de Heilige Geschriften - staat de overwinning over het kwaad centraal. De snode Haman wilde het Joodse volk uitroeien. Door de eeuwen heen, en ook heden ten dage, leven er dit soort Hamannen die onder het mom van x, y of z menen dat Joden geen bestaansrecht hebben. X kan zijn dat Joden het verkeerde geloof aanhangen. Y kan zijn dat de Joden het verkeerde ras hebben. En z kan zomaar de z van zionisme zijn ... Hoe daarmee om te gaan? Terugtrekken in gebed of juist ten strijde trekken met wapengeweld? De Rol van Esther toont ons de Esther-methode en de Mordechaj-benadering. Mordechaj, de neef van Esther, was de geestelijk leider van het Joodse volk. Hij riep op tot gebed, bestudering van onze Heilige Boeken, het dienen van de Eeuwige verbeteren. Esther had een andere aanpak. Zij bewandelde de diplomatieke weg, de voor de hand liggende benadering om het Joodse volk te redden. Wie van beiden had gelijk? Altijd, door de eeuwen heen, moeten oorlogen gestreden worden met wapens en diplomatie, maar tegelijkertijd moeten wij beseffen dat de uiteindelijke overwinning Boven wordt besloten. Wat geldt voor het Joodse volk als geheel, geldt voor ieder individu. Het leven kent vele oorlogen, valkuilen, beproevingen.
Een zieke moet naar de dokter gaan, maar tegelijkertijd bidden tot de Allerhoogste om genezing. Ook als we ziek van geest zijn, te veel toegeven aan kwade neigingen en verleidingen, moeten we op twee fronten de oorlog voeren: op het Esther- en op het Mordechaj-front. En als we dat naar behoren doen, wordt er overwonnen en zal er echte simcha en intense vreugde zijn vanwege de overwinning van het goed, Mordechaj, over het kwaad, de snode Haman."
Marianne van Praag: G’ds verborgen aanwezigheid keert ons leven ten goede
"Wat Poerim voor mij betekent? Nergens in het boek Esther komt de naam van G’d voor. Althans, dat denkt men. In werkelijkheid is het verhaal doordrenkt van de Goddelijke aanwezigheid. De Hebreeuwse naam Esther betekent in het Nederlands: 'Ik die verborgen ben'. ‘Esther’ is taalkundig verwant aan het Hebreeuwse ‘nistar’, dat ‘verbergen’ betekent. In het boek Esther staat ‘nistar’ voor het verborgene. Op het meest kritieke moment in het verhaal wordt een lot (een ‘poer’, meervoud: ‘poerim’) getrokken. Vandaar de naam van het feest: Poerim, of Lotenfeest. Het lot staat symbool voor het toeval. Voor ieder van ons geldt, dat het lot dat wij in het leven 'toevallig' trekken bepalend is voor onze toekomst. Zo ook in het boek Esther. Zij kan haar joodse afkomst niet langer verbergen en wat het noodlot lijkt te zijn, wordt de redding van de joodse bevolking. Voor wie in G’d gelooft is ‘toeval’ geen toeval maar: wat ons toevalt. Soms is dat, anders dan het zich aanvankelijk laat aanzien, de oplossing of zelfs de redding. Is dit niet het verhaal van ieder van ons? Vaak is de goddelijke aanwezigheid voor ons verborgen en voelen we deze niet, maar gebeurt ‘toevallig’ iets waardoor het leven zich ten goede keert. Hoe verborgen kan Hij zijn?"
Ik wens de Joodse gemeenschap in Nederland alle vreugde en recht van leven, samen met anderen van goede wil. Poerim maakt me duidelijk dat er een opdracht ligt voor de samenleving als geheel en ook voor de kerken: om je stem te laten horen en op te staan daar waar jodenhaat de Hamankop opsteekt. Als ik vanavond in de sjoel ben, vier ik mee dat het kwaad niet het laatste woord heeft.
Ds. Eeuwout Klootwijk werkt voor Kerk en Israël / joods-christelijke relaties
Bron: 'Protestantse Kerk Nederland'