In opdracht van onze kerk worden godsdienstlessen op openbare basisschool "Rozengaardsweide" verzorgd. Nadat mevrouw Mieke Ebbinge uit Hengelo deze taak in 2007 neergelegd had, is een nieuwe leerkracht aangesteld. Hoogste tijd, om eens te horen, wie zij is.
Even voorstellen: Tineke Ubbens, docente levensbeschouwing en godsdienst.
Mijn naam is Tineke Ubbens, ik ben geboren in het dorp Uithuizermeeden in het uiterste noorden van de provincie Groningen. Na afronding van de PABO en de Sociale Academie en vervolgens vele omzwervingen door het land, woon ik sinds 10 jaar in Brummen, samen met man en jongste dochter – de twee oudste dochters zijn al uitgevlogen. Ik ben nu meer dan vijf jaar docente godsdienstig en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs (GLVO) op diverse scholen in de regio en sinds mei 2007 op OBS "Rozengaardsweide" in Hengelo, in de groepen 3 tot en met 7. Naast deze functie werk ik ook nog als groepsleidster in de zorg voor volwassen verstandelijke gehandicapten.
Elke maandag geef ik drie kwartier les aan elk van de genoemde groepen. Hoe richt ik nu mijn lessen in? Na een korte opmaat volgt dikwijls een verhaal, waarbij ik begin met het aansteken van de ‘verhaalkaars’. Daarna besteed ik tijd aan de verwerking van het verhaal of gedicht. Dit kan zijn in de vorm van een kringgesprek, een tekening, een rollenspel, een verhaal verder schrijven, een lied zingen of iets knutselen. Sommige verhalen komen uit de bijbel, want tal van gebruiken en spreekwoorden, en uiteindelijk veel van de normen en waarden in onze samenleving komen voort uit de Joods-christelijke traditie. Naast verhalen uit het Jodendom en christendom gebruik ik ook teksten uit het Boeddhisme, de Islam, het Hindoeïsme en uit de Wereldliteratuur. Ze zijn steeds zo gekozen, dat ze de kinderen stimuleren om hun eigen ideeën over levensbeschouwelijke vragen te ontwikkelen en zich te verwonderen over het leven om zich heen. Ik houd daarbij natuurlijk rekening met de leeftijdsfase van de kinderen.
De lessen komen dikwijls per blok, in een serie van 5 à 6 verhalen met een zelfde thema. Iedere les belicht een ander onderwerp binnen dat thema. Een voorbeeld is het thema ‘Geluk’. Vanuit diverse gezichtspunten benader ik dit thema aan de hand van vragen als: Wat is geluk? Kun je geluk een handje helpen? Maakt geld gelukkig? Hoe gaat Jezus om met mensen die niet gelukkig zijn in hun leven? Wat betekent geluk voor een Boeddhist? Andere thema’s zijn: Magie, Gebedshuizen, Leven en Dood Franciscus, Maria, Abraham, Egypte, Moslims, maar ook thema’s zoals: Brood, Water, etc. Een belangrijk doel daarbij vind ik, dat de kinderen levensbeschouwelijke vaardigheden leren, zoals: • Waarnemen. Je verwonderen over de dingen, dieren en mensen om je heen en ervan genieten. • Verkennen. Onze ingewikkelde wereld beter leren kennen, bijvoorbeeld door verhalen. • Filosoferen. Wat is waarheid, wat noemen we goed of fout, met welke dilemma’s worden we geconfronteerd. Daarnaast maken de kinderen kennis met typisch godsdienstige vaardigheden: • Traditie hanteren. Kinderen nemen kennis van diverse (christelijke en andere) godsdienstige tradities. • Transcendentie zien. Kinderen ervaren dat er misschien wel meer is tussen hemel en aarde.
Ik vind het boeiend om te zien, hoe de levensbeschouwelijke ontwikkeling van kinderen in verschillende leeftijdsfasen verloopt. Het gaat me daarbij niet alleen om het overdragen van kennis, maar ook om het ontwikkelen van spirituele vaardigheden: gevoeligheid voor symboliek, inlevingsvermogen (verbind het verhaal met dat van je eigen leven), oog hebben voor rituelen in allerlei godsdiensten. Dit vind ik zelf een zinvolle aanvulling op het streven naar verstandelijke prestaties en de hang naar de meetbaarheid ervan in onze moderne samenleving.
Het materiaal dat ik voor de opbouw van mijn lessen gebruik, ontleen ik ondermeer aan de methode ‘Hemel en Aarde’, die afgestemd is op de kalender van de christelijke jaarfeesten: Kerstmis, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren. Daarnaast put ik uit andere bronnen, zoals de oudere methode ‘Het Verhaal Centraal’. Beide zijn afkomstig van oecumenische organisaties.
Ten slotte wil ik nog een interessante recente ontwikkeling noemen. De Tweede Kamer heeft eind 2008 de ‘rijksbekostiging’ van GLVO-docenten aanvaard. Ik denk, dat dit gaat bijdragen aan een verdere professionalisering van mijn vakgebied. Logisch, want dit gebied is de laatste jaren maatschappelijk gezien steeds gevoeliger gaan liggen en dus gaan ouders godsdienst/levensbeschouwing als een belangrijker onderwerp zien.
|