Zondag 29 januari 2017 Remigiuskerk

Psalm 37: 1-11 en Matteüs 5: 1-12
Liederen: 273; 314; 904; 763; 1001; 386; 418.
Maaltijd van de Heer. 


Net als de meeste kinderen van oude ouders, zoek ook ik mijn moeder regelmatig op. En meestal eet ik op zondagavond mee in het huis waar zij woont. Een bijzonder huis waar oude mensen hun eigen huisje in het grote huis hebben, maar waar, in alle vrijheid, ook veel gemeenschappelijks wordt gedaan. In de gezellige eetkamer wordt de tijd genomen, zitten bewoners, verzorgers en soms gasten aan tafel. Er wordt gesmuld, gepraat en gelachen. Heel gewoon misschien, maar goed beschouwd een bijzondere gemeenschap van mensen en een beeld van deze wereld omgekeerd. Hoeveel mensen zitten niet elke dag alleen met een bord op schoot achter de tv? Hoeveel mensen hebben geen tijd meer om samen te eten als gezin, doordat ze worden geleefd door het werk en de vele andere dingen die ook kunnen of moeten? Maar ook bijzonder vind ik het, om met oude kwetsbare mensen samen te zijn, allemaal heel verschillend, ieder met haar, zijn levensgeschiedenis en karakter. Mensen die getroffen zijn door beperkingen en die soms heel verdrietig zijn. Hun naasten en verzorgers proberen hen te troosten en op te beuren. Andersom komt er humor, wijsheid en ontroering vanuit de mensen die, zoals dat heet, zorgbehoeftig zijn. Het is vaak een kwestie van heel goed kijken en luisteren, van de tijd nemen ook. En ja, tijd, dat is een schaars goed in ons tijdperk, onze maatschappij. Tijd is geld; in geld wordt alles uitgerekend en uitgedrukt. Oude, kwetsbare mensen samen aan tafel met jongere; een mooie ervaring van gemeenschap. Hier proef ik de woorden van Jezus. “Gelukkig wie nederig van hart zijn, gelukkig de treurenden, gelukkig de zachtmoedigen, gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid…..” Onder de titel “Zalig de zachtmoedigen” – het profetische getuigenis van zwakheid – verscheen vorig jaar een boekje. De titel maakte mij nieuwsgierig en het bleek een pleidooi voor het aanvaarden van beperkingen en kwetsbaarheid in onze wereld en samenleving. Een van de schrijvers is priester JeanVanier – inmiddels zelf hoogbejaard, die in Frankrijk vijftig jaar geleden begon met het stichten van een gemeenschap van “gezonde” mensen samen met mensen met een beperking – verstandelijk maar vaak ook psychisch of lichamelijk. Wereldwijd zijn er inmiddels meer dan 130 Ark- gemeenschappen. De bekende theoloog en schrijver Henri Nouwen woonde het laatste deel van zijn leven in een Ark gemeenschap; hij heeft daarover ook geschreven. Mensen met een beperking leven er niet als object van zorg, maar in volkomen gelijkwaardigheid met degenen die hun handen, hun hart en hoofd aan hen lenen. Het gaat om leven met elkaar en niet “iets doen voor de ander”. Zo een gemeenschap vormen is vast en zeker niet te romantiseren of te idealiseren. Mensen met een beperking zien en voelen, dat ze niet alles kunnen, of niet meer kunnen. Dat kan ongelooflijk pijnlijk zijn, een innerlijke strijd. De confrontatie met hen die wél goed kunnen hardlopen, wél kunnen rekenen, wél hun rijbewijs halen of een gezin stichten…… is dat niet een uitdaging? En degenen die vitaal zijn en mobiel: worden zij in de nauwe omgang met hen die beperkingen hebben, niet geconfronteerd met hun angst voor verlies en hun eigen verborgen beperkingen, tekorten? Mensen oefenen hierdoor samen in zachtmoedigheid. Christenen mogen dat doen vanuit het geloof, dat God van jou houdt zoals je bent. Dat God jouw leven aan het licht laat komen; je mag als broer of zus van Jezus delen in Gods liefde. Zachtmoedigheid is één van de vitale eigenschappen van Gods leefsfeer. Het Koninkrijk van de hemel is voor de nederigen van hart – hoorden we. Zachtmoedigen zullen de aarde beërven. Zij zijn dus erfgenamen van God. Jezus heeft van zich zelf gezegd: Kom bij mij, jullie die vermoeid en belast zijn en neem mijn juk op je – ga de weg die Ik ga – en leer van mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart ( Mat. 11: 29) En als Hij dit leert aan ons, klinken alle liederen en gebeden die Hij had geleerd mee. Psalm 37 hoor je: “wie nederig van hart zijn, zullen het land bezitten”. Nederig van hart zijn, zachtmoedig zijn: kán dat nog in deze wereld? Tel je wel mee, word je niet bijkans weggevaagd? Op school en in de werkzame maatschappij kom je alleen verder als je je profileert, als je presteert, als je je zelf krachtig presenteert. Hoe doe je dat met zachtmoedigheid? En is het geen dwaasheid in onze wereld, zo vol dreiging en geweld, chaos en vernietiging? Geweld roept geweld op, woorden van haat zaaien kiemen van vernietigingsdrang. Gewone mensen, die gewoon een rustig en goed leven verlangen, roepen om krachtig optreden. Politici zeggen dat ze zeggen wat iedereen denkt….. Een boze witte man werd een van de invloedrijkste en machtigste presidenten ter wereld. Het spat van ons tv scherm….. Hardvochtig is het beeld en de toon. En wat moeten we, in zo’n wereld met Jezus’ zaligsprekingen? Het is een profetisch woord, een tegengeluid, een dwaasheid in de ogen en oren van “de wereld”. En dus ook ten dele voor ons zelf. Want we zijn deel van die wereld, die wereld zit ook in jou en mij. De angst en de zorg zitten in mij. De moedeloosheid en de twijfel. En jij en ik worden boven die begrijpelijke en door God begrepen gevoelens uitgeroepen. Laat je je leiden door angst of vertrouwen? Word je onverschillig of deel je in liefde? Jezus leert met zijn eigen levensweg, dat de gebrokenheid in Gods licht geheeld zal worden. Dat God de zwakken en de armen opricht: zij zijn door Hem gezien, door Hem geliefd en hun aanwezigheid in de wereld zal altijd de rijken en machthebbers blijven uitdagen. De hardvochtigen en de grote schreeuwers zullen vroeg of laat verstommen door de krachtige zwakheid van zachtmoedige mensen; mensen die ondanks alles blijven vertrouwen op de macht van de liefde. De zaligsprekingen: dit programma van Jezus, als je dit als levensmotto neemt, en als je hiervan probeert te leren in je dagelijks leven en je keuzes en je omgang met de ander – is het een tegenstem en een tegenbeweging. Vroeg of laat stuit het op weerstand, op zijn minst op onbegrip, meewarige blikken, spot of hoon. Jezus spreekt van vervolging – Hij zal het zelf ondervinden. “Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten”. Zo is het ook de profeten voor jullie gegaan. Jezus suggereert dus, dat we met zijn programma in praktijk profeten zijn in de samenleving. Mensen die van God getuigen. Hebben we het lef, om zijn programma ter harte te nemen? Zijn programma bemoedigt in de eerste plaats allen die lijden, die het moeilijk hebben, allen die gáán voor vrede en gerechtigheid. En een bemoediging voor allen die vervolgd worden omdat ze van Jezus getuigen. Zijn programma moedigt zijn leerlingen aan om com-passie te hebben: letterlijk mee- te- lijden. Is dat niet heel veel gevraagd? Wil ik dat? Kan ik dat? Zijn de vragen niet te groot, de zorgen niet te veel? Ja. Je kunt het ook niet alléén. Laat je niet op verkeerde been zetten door het heersende gedachtengoed rond “onafhankelijkheid, zelfregie, individuele keuzes”. Want God heeft mensen voor elkaar geschapen, alles en allen samen op de aarde zijn van elkaar afhankelijk. Door Jezus Christus worden we samengeroepen en tot “samen” geroepen. Blijf niet alleen zitten met je vragen – ook al kun je nog zoveel “googelen” – maar zoek de gemeenschap. Verbind je met elkaar in bewogenheid en toets de beweging die je samen maakt aan de woorden van Jezus. Zoek de gemeenschap: dan oefenen we in zachtmoedigheid en in compassie. Dan mag daar, waar je samen komt, een stukje hemel op aarde tastbaar zijn. Werkelijk gemeenschap vormen, zegt Jean Vanier van de Ark-gemeenschap, heeft drie kenmerken: samen eten, samen vieren, samen bidden. Dat doen we vandaag. We vieren de liefde van God voor ons; we bidden Hem om kracht en wijsheid; we eten samen. Heel eenvoudig, heel klein met een stukje brood en een slokje wijn. Daarin, in het bewijs van de liefde van Jezus, zijn wij verbonden. Wat klein begint op zondagmorgen, mag de komende dagen, de komende tijd, door jou groeien en waar worden. “Deze wereld omgekeerd. Wie denken durft dat deze droom het houdt, die zal zijn ogen niet geloven.” Amen.
Ds. Aleida Blanken.