Zondag 24 september 2017 Remigiuskerk

Thema: Pleidooi tegen de volmaaktheid
Voorganger: Dik Bos


Inleiding.


Ik las pas het boek van de filosoof Michael Sandel: ‘Pleidooi tegen de volmaaktheid’. Hij geeft daar aan hoe de mens die steeds maar zoekt naar gezonder, mooier, beter, welvaarder, grotere sportprestaties er ook voor kan zorgen dat je iets verliest! Groter, beter; ik las laatst: ‘Het grote geld heeft Louis van Gaal, de trainer, stilaan tot een coach zonder idealen gemaakt. Hij koopt maar raak, voor honderden miljoenen, alsof hij vergeten is waar hij ooit voor stond’.
Een vulkaan slaagde er maar niet in om tot rust te komen. Steeds ontdekte hij in de verte een vulkaan die groter en mooier en indrukwekkender was dan hij. En daarom barstte hij steeds weer uit…maar nooit werd hij de hoogste. Dat ging aan hem vreten, wat werd hij moe op den duur, gefrustreerd ook, maar het verterende vuur in hem kon maar niet gedoofd worden, belette hem tot rust te komen.  
Blijft een mens, Jan, Marietje, Jannie Vulkaan dan altijd maar op zoek naar meer, hoger, mooier? Vind je daarin je geluk, je bestemming, op zoek naar volmaaktheid? Of durf je ook iets te verliezen?


Verkondiging.

Nee, er is niets op tegen om te proberen het beste uit je zelf te halen. Het is zelfs een opdracht. Maar het wordt een probleem als je leven uit niets anders bestaat dan steeds maar naar het hoogste, het mooiste, het sterkste te streven. Dat het je leven gaat beheersen. Niet meer tot rust kunt komen, ja als het aan je gaat vreten! Dat is een dramatische ontwikkeling, ja dramatisch.Altijd maar op je tenen lopen! De vulkaan kon maar niet tot rust komen, want verterend vuur belette dat.
Ook Paulus kon daarover meepraten! In Korinthe hield men zich op de duur steeds maar bezig met de vraag wie/wat nog beter was dan de ander qua geloof. Er ontstond ruzie, na-ijver, ik hoor bij Paulus, ik bij Apollos enz. Ja, ook qua geloven werd je de maat genomen. De Joden zochten het vooral in het grootse (wonderen!), de Grieken in wijsheid, het meeste aanzien daarin. En ja, ontdek je dan steeds in de verte niet een vulkaan die nog hoger is?B.v.op zoek naar de kerk met de ultieme waarheid in pacht? Menigeen zal het bij zichzelf herkennen, want ja, we leven nu eenmaal in een maatschappij die het hoog scoren op alle terreinen als noodzakelijk ziet. Anders hoor je er niet meer bij. Tel je niet mee. De vulkaan (Jan Vulkaan, Marije Vulkaan) kwam maar niet tot rust, tot ze op een zeker moment iemand tegenkwam die vroeg: “Waar bent u toch voortdurend naar op zoek?”.  “Ik zoek succes en geluk”, zei ze, “en beloning voor al mijn inspanningen”. “O, dan begrijp ik waarom u zo doet”, antwoordde deze, “als u er tenminste zeker van bent dat al die zegeningen zich ergens vòor u bevinden. Maar denkt u wel eens aan de mogelijkheid dat zegeningen ook achter u kunnen liggen? Dat ze naar ù op zoek zijn en dat het moeilijker wordt u te bereiken naarmate u harder loopt, het nog hoger zoekt, nog groter?”.  “En”, riep hij de vulkaan nog na: “houd eens op met jezelf met anderen te vergelijken!”.

Nou, dat kwam binnen! Als een mokerslag… Is het mogelijk dat je je met al dat gezwoeg naar het volmaakte, het hoogste, het steeds maar naar voren rennen, dat ik me daarmee juist verwijder van…ja, waarvan…? Van wie ik ten diepste ben. Ben ik mezelf wat kwijtgeraakt?  Dan kan het zomaar gebeuren dat als iemand mij vraagt of ik me vermaakt heb op het bedrijfsfeestje, dat ik dan – als ik eerlijk ben – moet zeggen: je bedoelt hoe mijn bankrekening zich voelde, of mijn diploma, of de targets die aan me hingen, de gouden medaille om mijn nek… Want wie zou ik zijn zonder die omhulsels?
Maar…moet ik dat alles loslaten, durf ik dat, wil ik dat? Want wat blijft er dan van mij over?Wanneer je roolen verdwenen zijn kan dat aanvankelijk een verwarrend,uitgekleed gevoel geven. En ik besef dan hoe ver ik verwijderd ben geraakt van mijn eigen zijn, mijn kern. Dat ik veel te vaak een rol moet spelen om niet tot onzichtbaarheid te worden vermalen in het keiharde krachtenspel van meer, hoger, mooier. Hoe ik ervaar dat het als een vuur in mij blijft smeulen wanneer ik me steeds maar vergelijk met anderen, ook andere geloofsrichtingen… Ik ben van Apollos, ik van Paulus. En de vulkaan beseft: in plaats van altijd maar in de vijfde of liefst zesde versnelling naar voren te snellen, liefst op weg naar het volmaakte, zal ik de rem moeten indrukken, zelfs in z’n achteruit moeten, want die voorbijganger had het over iets goeds, iets dat voluit de moeite waard is, achter me. Wat zei Paulus ook al weer? Houd nou eens op met al dat vergelijken en hij gaf een alternatief. Let eens op Jezus! Oké, maar wat hij erachter zei, vond ik pittig: een gekruisigde! Nou, dat klinkt niet erg sexy.Mijlenver verwijderd van een zekere status. Maar toch.. om nu eindelijk eens verlost te worden van dat smeulende vuur in me, de gedachte (dwangmatig) dat er altijd achter de einder weer iets mooiers voor het grijpen ligt, is het goed dat serieus te nemen.Want ik snak naar rust, in de zin van in harmonie met mezelf zijn. Iets van: zo is het goed, je mag tevreden zijn zoals jebent! Maar ja..Een gekruisigde! De tegenstelling met de jacht op medailles, status, een mooie carrière kan niet groter zijn. Want wat heb je bereikt als je leven eindigt aan het kruis! Inderdaad, in vele ogen een dwaasheid om daar zo hoog mogelijk over op te geven… Wat straalde hij dan uit? Ja, dwaasheid in vele ogen. Wie rijdt nou op een ezel, terwijl jou ook prachtige volbloedpaarden worden aangeboden (teken van macht, oorlogstuig!). En wie laat de geschiedenis van zijn volk beginnen me twee bejaarde, onvruchtbare mensen? Gek toch eigenlijk om te zien hoe Jezus op het bedrijfsfeestje armen, vervolgden, kwetsbaren in de spotlights zet.Ja, alles draait hij om. Hij blijkt blind voor het verwachtingspatroon van zijn omgeving. Maar de vulkaan hoorde nog meer: word als een kind, zei deze rabbi.

Aahh, een kind in de wieg! Wie buigt er zich niet vertederd en vol liefde over heen?! Hoe mooi en vol mogelijkheden. Eigenlijk beseft iedereen wel dat je kinderen krìjgt! En zo is het ook. Elk mensenkind dat geboren wordt, is een schitterend cadeau door God persoonlijk met zorg uitgezocht, uniek. Geschonken aan ouders, geschonken aan de schepping. Iedereen vult weer een uniek stukje in in het kleurenpalet. Nooit inwisselbaar voor iets/iemand anders. Ja, zegt de Schepper, kijk een snaar de lelies, ze werken niet (in de zin van hoger, mooier), maar ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als één van hen. Dat zegt Hij zich als het ware buigend over de wieg tegen elk geboren mensenkind: wat ben je mooi! Uniek! En Ik mag hopen dat je in je leven dat zelfvertrouwen behoudt en niets steeds om je heen kijkt op zoek naar gras aan de overkant dat altijd groener lijkt. Maar soms dwong/dwingt de omgeving je om naar ander gras op zoek te gaan. Je kwam als een prachtig homo/lesbisch/transgender cadeau aan, maar na eerste bewondering werd je met afkeuring bezien. Een beschadigd geschenk vond/vindt men.

“Oude Joodse rabbijnen kenden dit verhaal: God is Sammy kwijt. Hij zoekt overal, maar Sam is nergens te vinden. Eindelijk komt hij tevoorschijn. De Almachtige vraagt: ‘Waar ben je geweest, Sammy? Je ziet er zo moe uit’.  Sammy antwoordt: ‘Ik was bezig Mozes te worden. Mozes is zo groot en geweldig, zo gelovig ook, zo dicht bij U. Ik wilde als Mozes zijn…’. Toen werd God boos: ‘Jongen toch’, zei hij, ‘Ik heb je niet als Mozes gemaakt en aan de wereld geschonken. Ik heb je als Samuël gemaakt en dan moet je ook Sammy zijn’.” Ja, je bent uniek Sammy. Niet alleen professoren of geslaagde managers heeft de wereld nodig. Zonder vuilnisophalers of bouwvakkers zou het onleefbaar zijn. En als je als Sammy met Jan door het leven wil gaan, het is te hopen dat het klimaat dusdanig is dat je zo tot bloei kunt komen. Of dat je later van Sammy Emmy/Sanne wilt gaan heten. Dat je tot iets moois mag uitgroeien.
Worden als een kind in plaats van bezig Mozes te worden of op zoek naar miljoenenbonussen, op een gegeven ogenblik snak je naar z’n achteruit. Om bij jezelf uit te komen. En toen hoorde de vulkaan een stem die hem ontroerde, zeggen: ‘Komt allen tot mij en ik zal je rust geven’. Rust. Hij snakte ernaar. En nee, het was niet de stem van het bedrijf. ‘Hebben we je teveel belast? Voor jou een ander, heel inwisselbaar. In plaats van: kom, klinkt: ga maar! Kun je thuis lekker uitrusten.En de vulkaan raakt vervuld van diepe vreugde en dankbaarheid, want wat een belasting dat smeulende vuur. Had hij ook zelf het cadeau als bedoeld, dat hij zelf was, niet ontoonbaar gemaakt door een doorgeslagen alcoholgebruik of besmeurd door op internet sites te bezoeken die z’n relatie onder druk zetten? Had hij soms door zijn hebzucht ook niet het klimaat voor anderen bedorven…want meer (te veel) voor de één  gaat altijd ten koste van de ander. Wie ziet mij nog graag? En dan dat verlossende ‘kom’ in plaats van ‘ga uit m’n ogen’. Door een gekruisigde en dat betekent inderdaad ‘liefde onvoorwaardelijk’. Hoe mooi als iemand tegen je zegt: ‘Lief heb ik je niet om wat je me kunt geven,om je topprestaties, maar puur om jou er zijn, je lach, je karakter (cadeau!), ook als je niet uitgroeit tot wat ik van je droom’, Want zoals de schrijver/dichter Goethe zo mooi zei: ’Ouders geven twee dingen mee: wortels en vleugels’. Word je niet wat ik van je mag verwachten dan kies ik opnieuw gewoon je volmaakt te zien (als cadeau gestuurd) door de ogen van de Schepper die jou zo mooi bedacht. De één als bouwvakker, een ander als professor, de één hetero, de ander andersgeaard. De vulkaan was nu helemaal tot rust gekomen. ‘Kom’!’. Niet alleen als je vermoeid bent van vele tegenslagen, maar zeker ook als je maar niet loskomt van dat smeulende vuur in je. Soms ook belast met een levensloop waar je echt niet trots op kunt zijn. Hieruit spreekt een diepe, accepterende liefde. Maar laten we nooit vergeten dat liefde altijd twee kanten heeft. Niet alleen ‘je mag er zijn’, de wortels die je voelt, maar liefde wil ook dat het de mens goed gaat, dat je de vleugels die je mee hebt gekregen gebruikt. Als je genegenheid blijft steken bij louter aanvaarding van een mens zoals hij is, gaat ze gemakkelijk over in berusting…zo ben ik nu eenmaal, vulkaan. Waar blijven dan je idealen, om ergens voor te gaan?! Het grote geld heeft de coach stilaan tot een coach zonder idealen gemaakt. Hem verwijderd van waar hij ooit voor stond. Zijn we niet als cadeau gegeven om de wereld blij te maken, te zien glimlachen, warmer te maken. Hans Bouma: ‘Als iets ons tekent in onze menselijkheid, als iets ons identiteit en aanzien verschaft, dan wel ons vermogen om lief te hebben. Heb je lief – hul je die ander in licht, deel je je uit als brood, dan ben je iemand. Overtuigender kun je jezelf niet bewijzen. Prachtig besta je!’.In alle eenvoud kun je een topper van een mens zijn door een arm om de schouder van iemand te slaan.

De vulkaan slaagde er maar niet in tot rust te komen, totdat hij zich opende voor het vuur van Gods Geest die naar binnen woei en hem liet weten  dat een mens niet bemind wordt, gerespecteerd slechts vanwege louter zijn prestaties, maar dat je rust mag vinden in: omdat ik besta, word ik bemind. En dat besef (dat gelukzalige weten)  gaat dan in je branden als een vuur, warm. Menslievend! Dan barst je steeds weer als een vulkaan vol vreugde en dankbaarheid uit een krijgt de omgeving een volle laag vruchtbare warme lava om op te bloeien over zich heen. Dat allemaal omdat je blijvend wordt gezien door de ogen van de Schepper die jou zo mooi bedacht.

Amen.