Beschrijving kerkdiensten in de Remigiuskerk

Wanneer u over de drempel van de kerk komt willen wij u graag begroeten. Onder de toren is een ouderling aanwezig om u welkom te heten. Bij binnenkomst speelt de organist al op het orgel, een moment van bezinning en voorbereiding voorafgaand aan de kerkdienst. Er is al iets te zien in de kerk, de bloemen  voor de tafel – die zijn als groet van de gemeenschap bestemd voor zieken of ouderen -  en ook de kleden op tafel in de betreffende kleur van het kerkelijk jaar. Wit, paars, rood of groen. Wit is de feestkleur en wordt gebruikt op Kerstmis en Pasen en de weken erna. De weken voorafgaand aan die feesten vier weken Advent (voor Kerst) en zes weken veertigdagentijd (voor Pasen) zijn perioden van inkeer en vasten en de kleur in de kerk is dan paars. De kleur van Pinksteren is rood en duidt de vurigheid van de Geest aan. Van Pinksteren tot de Advent is de groene tijd van het jaar, het groen van de hoop op de nieuwe schepping.
Om ongeveer 10 uur komen de kerkenraadsleden en de predikant binnen. De ouderling van dienst geeft de predikant een hand, zichtbaar teken dat de kerkenraad (mede)verantwoordelijk is voor de eredienst. Die handdruk is een teken van vertrouwen ten opzichte van de voorganger. Naar de gemeente wil het zeggen: deze man of vrouw is gemachtigd om het woord van God te bedienen. De kerkenraad staat er achter. Vervolgens heet de ouderling van dienst allen welkom en doet enkele mededelingen. Hierna steekt de ouderling de tafelkaarsen met vuur van de Paaskaars. De grote Paaskaars mag in ons midden branden, licht van de Opstanding en leven, wat wij iedere zondag weer mogen gedenken en vieren. 
In de beide kaarsen op tafel kan men Israël en de gemeente zien, of ook wel Eerste en Tweede testament van de Bijbel. Deze beide kaarsen lichten ons bij in de verdere eredienst. Vervolgens zingen wij, zo mogelijk staande, het intochtslied en klinken bemoediging en drempelgebed. ‘Onze hulp is in de naam van de Heer….’ Deze woorden zijn als een stemvork die ons op toonhoogte brengt. Op de hoogte van het evangelie: God die scheppend bij ons wil zijn met zijn hulp en zijn trouw. Vaak klinkt een gebed  Kyrie Eleisoen (Heer ontferm U, een roep om hulp voor de nood in de wereld) en  wordt er een loflied gezongen: het Gloria.  Herhaaldelijk klinkt in de kerkdienst de oproep: laten wij bidden. Terecht, want daar is de gemeente voor gekomen. Om samen te bidden. Het gebed is een manier bij uitstek om God lief te hebben, om de nood in de wereld en ook onze eigen rol daar in te benoemen, om te danken. 
Vervolgens mag de bijbel open en wordt daar uit gelezen, meestal door lectoren of lectrices, mensen die geregeld in de eredienst uit de bijbel lezen, ook kinderen of jongeren kunnen daarin een rol hebben. Het is een indrukwekkend en heilig moment, want de bijbel vergezelt de gemeente op haar tocht door de eeuwen heen. Vervolgens zal de voorganger het gelezene uitleggen en er ook iets van zichzelf inleggen, zodat de hoorders worden geraakt of getroost of bemoedigd. Na het zingen en bidden vind de collecte plaats, de inzameling van de gaven, een wezenlijk onderdeel van de eredienst. Wij staan iets af van ons bezit en geven daarmee een begin van een geloofsantwoord. In de dienst volgen twee collectes elkaar op, eerst de collecte voor diaconale werken, en soms zal een diaken daar eerst nog iets over vertellen, en aansluitend de collecte voor het plaatselijk kerkenwerk. 
Het slotlied wordt staande gezongen en vervolgens klinken de woorden van de zegen. Een soort afscheidsritueel. Zegenend richt God zich tot ons, met de belofte dat wij zullen groeien en bloeien in zijn licht. Wij worden gezegend om voor anderen tot zegen te zijn.
Bij de uitgang van de kerkruimte staat de predikant om ieder die dat wil, de hand te schudden. Ook is er een uitgangscollecte. De doelen van de collectes staan vermeld bij de wekelijkse kerkdienstinfo op deze website. 
Na de kerkdienst is er gelegenheid om koffie te drinken; tijd voor onderlinge ontmoeting en gesprek!