Avondmaal

Ongeveer zes keer per jaar vieren we in de kerk het Heilig Avondmaal. Wij vieren het Avondmaal allereerst om te gedenken, wij brengen ons in herinnering hoe Jezus aan de vooravond van zijn terechtstelling brood brak en deelde met zijn vrienden. Wij herinneren ons de woorden die Jezus toen sprak: "dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed, doet dit tot mijn gedachtenis". Maar we staan niet alleen stil bij het verleden. Gedenken is moed putten uit het verleden, met het oog op de toekomst. Het wakkert de hoop aan. Van de tafel van de Heer leiden de wegen de wereld in.  
Avondmaal vieren is ook een acte van dankbaarheid (eucharistie=dank) en het tafelgebed begint dan ook met woorden van dankbaarheid. Toen Jezus het avondmaal instelde begon hij met God voor brood en wijn te danken. Bij de maaltijd van de Heer danken wij, net als bij de maaltijden thuis, God voor zijn gaven: voor eten en drinken, voor de aarde die ons draagt en de zon aan de hemel, voor de lucht die wij ademen en het licht in onze ogen. 
Avondmaal vieren betekent ook de gemeenschap, de verbondenheid met elkaar ervaren. Daarom spreken wij na het tafelgebed ook de vredegroet uit naar elkaar, vrede is met jou! Want in de bergrede leerde Jezus dat wij ons, met het oog op de verzoening met de Here God, met elkaar moeten verzoenen.
Avondmaal vieren betekent ook delen. Aan de tafel van de Heer doen diakenen dienst. Zij zamelen de gaven van de mensen in en delen de gaven van Christus uit. Breken en delen leren wij van Jezus, door brood te delen in zijn naam. Jezus is de diaken bij uitstek. Hij gaf zijn leven uit liefde voor ons mensen. De ervaring van die liefde maakt ons allen tot diakenen, tot dienaren van God en de mensen. 
In de Remigiuskerk kennen wij een lopend avondmaal. Na de woorden van het Tafelgebed nodigen de diakenen de mensen uit naar voren te komen om brood en wijn te ontvangen. Kinderen zijn ook van harte genodigd aan het Avondmaal. Voor kinderen en degenen die dat wensen is er druivensap.