Dankdag

Het jaar neigt zich tot stille groet, 
het rijpte een zomer lang tot zin, 
nu in de herfst houdt het zich in, 
en spreekt uit volheid: God is goed.

Maar wij, de mensen, zijn te klein. 
wij doen of het het onze is
wat God ons geeft. Of aan ’t gemis
der naasten wij niet schuldig zijn. 

De honger gaat de wereld rond, 
wij danken God voor overvloed.
O Geef, Heer, dat de hand toch doet
wat wordt beleden met de mond. 

en niet meer neemt, maar voluit geeft
aan alle mensen in de nood, 
zoals Gijzelf u in de dood
hebt uitgedeeld, o brood dat leeft. 

Jan Willem Schulte Nordholt.