Zondag 1 oktober 2017 Remigiuskerk
Matteus 21, 28-32 en Ezech. 18, 25-32. Thema: ’God wacht op ons!‘ Gemeente, Twee broers, als hun vader hen vraagt om te gaan werken in zijn wijngaard, antwoordt de één 'ja' , de ander 'nee'. Maar als het erop aankomt de daad bij het woord te voegen, draaien ze allebei 180 graden om: het 'ja' wordt 'neen', het 'neen' wordt 'ja'. Waarom? Jezus zegt er niets over, Hij oordeelt niet, maar zet zijn toehoorders aan tot nadenken – dat waren de hogepriesters en de geleerden van het volk, die bekend stonden vanwege hun vroomheid – 'Wie van de twee – denken jullie – heeft de wil van zijn vader gedaan?' Ze antwoorden: “Degene nee die zei en toch aan het werk ging. “. – en ik kan me zo voorstellen dat dat er heel schuchter uitkwam, want zij voelden wel aan wie Jezus met de ja-zegger’ en ‘nee-doener’ op het oog had,- Jezus had hen in een lastig parket gebracht. Dan licht Jezus zèlf toe waarom degene die ‘nee’ maar het werk in de wijngaard wel oppakte, de wil van de vader heeft gedaan. Hij noemt hierbij mensen die door de toehoorders veracht werden: zoals de hoeren en tollenaars die gehoor hadden gegeven aan de oproep van Joh. De Doper om zich om te keren op hun heilloze weg. Deze laatsten in de rangorde van de gegoede burgers, gaan bij God vóór de hoog-geplaatsten en leiders van het volk, die de oproep van Johannes in de wind hadden geslagen. Met deze uitleg, houdt Jezus hen een spiegel voor, en klinkt de niet-gestelde vraag: 'Hoe staat het er met jullie voor? Jezus leert mensen om eerst naar jezelf te kijken vóór een mening, een oordeel over anderen uit te spreken. Ontdek eerst de balk in je eigen oog, voordat je de splinter bij een ander veroordeelt............... Twee broers of twee zussen....... daar gaat het vaker over in de bijbel. Kain en Abel; Jakob en Ezau; Maria en Martha; de verloren zoon en zijn broer........... ; steeds gaat het over kinderen van één vader, Twee mensen, nauw met elkaar verbonden, maar door ons beoordeeld als: de ene staat aan de goede kant, de andere aan de verkeerde... Het is het eeuwenoude: 'wij'/zij-denken: wij de goeden – zij de kwaden. Maar wat leert ons deze gelijkenis van Jezus? De goede en de slechte zoon wisselen van plaats, de rollen kunnen zomaar worden omgedraaid. Wil Jezus hiermee aangeven dat geen enkel mens alleen maar goed of alleen maar slecht is; dat het niet zo eenvoudig is om goed en verkeerd te scheiden? Wil Hij duidelijk maken dat beide kanten in ieder mens zitten, dat we kunnen veranderen, ten goede of ten kwade, afhankelijk van de omstandigheden? We zien het ook in onze tijd gebeuren. De broers worden opgeroepen om voor hun vader aan het werk te gaan in zijn wijngaard. Achter deze wijngaard zien wij allereerst het land Israel oplichten dat stukje grond dat God aan Abraham en zijn nakomelingen heeft beloofd; die ‘proeftuin van God’ waar de kinderen van het verbond zich kunnen oefenen om de leefregels van de Ene na te leven, zodat dat stukje aarde een land zal zijn waar het goed is om te leven. Maar achter die wijngaard gaat ook de wereld van alle tijden schuil. Door verantwoord om te gaan met onze wereld, door haar goed te beheren en tot haar recht te laten komen, zijn wij medewerkers van de Schepper…... op weg naar de voltooiing van zijn schepping. God, onze Vader; wij zijn kinderen…... zo wordt de relatie tussen God en mensen in deze gelijkenis weergegeven. Alle wereldbewoners worden uitgenodigd om mee te werken aan dat Koninkrijk van vrede en recht. Het staat hoog op de politieke lijsten in onze tijd: klimaat, duurzaamheid, milieu, vervuiling, bewapening, oorlogsdreiging, De tijd gaat dringen, het gaat om de toekomst van mens en planeet. Maar over welke wereld hebben we het dan? De wereld van de Europeanen, de Amerikanen, de Afrikanen, de Aziaten, de wereld van Joden of Palestijnen; van christenen, moslims, boeddhisten, humanisten, atheisten; de wereld van de armen, of de rijken; de machthebbers, of de onderdrukten,; uw wereld, mijn wereld? Onze wereld is toch in de eerste plaats Gods wereld , waarvan wij geloven – we zitten toch in de kerk – dat de Schepper op een of andere wijze bij het ontstaan betrokken was? Er is Hem alles aan gelegen om die wereld goed terecht te laten komen. Daartoe schiep Hij de mens en zégende hem direct nadat Hij hem tot leven had gewekt. De Schepper sprak goede woorden over hem uit, en gaf hem kracht van zijn kracht, i inspiratie van zijn geest en liefde van zijn liefde. Daarmee kan, neen moet die mens aan de slag gaan om zelf een zegen te zijn voor zijn naasten. Want die gave van Gods zegen, is ook een opgave……... om te werken in zijn tuin, zijn wijngaard, zijn wereld…… Over die wijngaard, die wereld van God, vertelt Jezus. De zonen van de eigenaar zijn meer dan alleen arbeiders die er hun geld verdienen. Als zonen zijn zij persoonlijk bij de wijngaard betrokken, het gaat n.l. om hun erfdeel, hun toekomst. Wat is die wijngaard hen waard? Zijn ze bereid zich daarvoor in te zetten om hem in goede staat te houden, zodat ze hem op hun beurt weer in optimale conditie aan hun kinderen zullen kunnen doorgeven? Onze wereld staat er niet goed voor. Zij is in grote nood....... Meer dan ooit zijn we ons daar deze zomer en herfst van bewust. Aan alle kanten dreigt gevaar: – Een ruziënde mensheid in kleine en in grote verbanden, waarbij het gebruik van de meest angstaanjagende methodes niet wordt geschuwd. – een aarde die grote moeite heeft al onze menselijke activiteiten te verwerken; – de natuur die keer op keer ook zijn alles-verwoestende kant laat zien. En toch………. En toch………. God en Jezus blijven er in geloven. Hun visioen gaat boven alle tijden uit; dat is wat wij ‘eeuwig’ noemen………….. woorden, lang geleden geschreven, maar nog van kracht…….. Iedere generatie opnieuw moet met die woorden een eigen weg zoeken, die begaanbaar is en leidt naar wat wij noemen: Koninkrijk van God. Wat heeft het ons vandaag de dag te zeggen? In deze gelijkenis wordt duidelijk dat mensen van gedachten kunnen veranderen, ze kunnen zich vroeg of laat omkeren, ook ten goede. God houdt daar rekening mee, en geeft mensen die ruimte. -Zoals de verloren zoon terugkeerde naar zijn vader. De Vader is er blij mee als dat gebeurt, -En in de hemel is er vreugde over dat ene schaap dat was afgedwaald en weer gevonden werd en terugkwam bij de kudde. God heeft geduld met mensen. Hij wacht…………………… nog altijd…. En Hij zal blijven wachten…. op de eersten die uiteindelijk misschien de laatsten zijn, en op de laatsten, die zomaar als eersten kunnen komen. Ze zijn welkom, de Eeuwige sluit ze allemaal in zijn hart. Wat houdt het nu concreet in voor voor u en mij dat God ons naar zijn wijngaard stuurt? Wat moeten we doen? U kent ongetwijfeld de gelijkenis over de talenten die elk mens krijgt toebedeeld. De één meer dan de ander……….. maar iedereen krijgt wat. Talenten die je niet moet begraven, maar die je gebruiken moet naar beste kunnen. Gewoon doen wat er op je weg komt en waartoe je in staat bent, zonder daarbij je zelf te verliezen en overspannen te raken. Niet meer……………….. maar ook niet minder! Zo kan ieder zijn/haar steentje bijdragen aan het werk van God in deze wereld. Tenslotte – er is nog een derde zoon, die niet persoonlijk in de gelijkenis voorkomt, maar die de gelijkenis vertelt. De zoon die ‘ja ‘ zei en ‘ja’ deed. Die zijn opdracht en roeping niet uit de weg ging. …. die volhield tot het einde, zelfs toen dat zijn dood betekende: Gods geliefde Zoon. Wij allen zijn kinderen van de Wijngaardenie, kinderen van één Vader die in zijn kinderen gelooft. Geroepen zijn we om mee te werken in de wijngaard. geinspireerd door die geliefde Zoon, Hem navolgend Antwoord geef je door in geloof zijn weg te gaan…… van ‘horen’ en ‘doen’; van volhouden ondanks de twijfel, van liefde boven haat, van bidden en werken…… Dat zal een leven zijn dat vrucht draagt. Amen. Arja Oude Kotte-de Boon. |