Zondag 9 juli 2017 Remigiuskerk
Lucas 10: 38-42; Prediker 3: 1-15. Liederen: 214; 836; 305; 845; 912; 903; 418. Vakantie: tijd of eeuwigheid? Het is avond, de stilte is over het dorp gevallen. In de verte blaft een hond. Een paar laatste vogels zingen hun lied. Geen mensen meer op straat. Alleen uit een huis klinken een paar vrouwenstemmen. Nu eens luid, dan weer zachter. Ze praten samen na over de drukke dag, terwijl ze het huis aanvegen, de tafels schoonmaken, restjes eten aan de hondjes voeren. Maria helpt haar zus Marta nog even voordat ze naar haar eigen gezin teruggaat. Terwijl Marta met het grote lege dienblad in haar handen staat, zegt ze opeens fel tegen Maria: “Waarom deed je niets, toen ik er zo alleen voorstond, toen ze allemaal tegelijk brood moesten hebben. Je zei niets, toen Jezus het notabene ook nog voor jou opnam. Ik voelde me er plotseling dubbel alleen voor staan!” “Waarom zei ik niets?! Jij sprak Jezus toch aan, over mijn hoofd – en trouwens, Hij had gelijk: je liep daar toch heen en weer, druk te doen; we werden er zelf onrustig van! En dat terwijl we zo intens in gesprek waren!” Een bekend geluid komt er uit dat huis, zoals het klinkt in 2017. Zij verwijt hem, dat hij altijd maar zit. Hij zegt: ga nou toch eens zitten, ik word zo moe van je… . die dingen kunnen nog wel een dag wachten. Zij zegt: maar jij snapt er ook niets van… . De een doet te weinig in de ogen van de ander – in gezinnen is het vaak de vrouw des huizes die druk is met huishouden. Voor sommigen is het moeilijk, om daarvan iets over te laten aan de ander, - omdat die het nu eenmaal anders doet, omdat je eigenlijk de zaakjes zelf in de hand wilt houden… Het probleem speelt trouwens nog eens extra rond de grote vakantie, als er gewassen, geruimd en gepakt moet worden. Zouden alle drukke mensen misschien ook niet eens met zichzelf in gesprek moeten gaan: kan ik de dezelfde dingen ook anders doen, weet ik van stoppen, wat is die onrust in mij? Maar Marta zegt: “Er was ook zoveel te bedienen, wie moest het anders doen? Iedereen wil toch lekker eten en drinken. En Jezus en de vrienden zet je toch het beste voor? Ik had trouwens al van die drukke dagen achter de rug. Alles komt ook altijd op mij neer! ( zucht) Ik heb nergens tijd voor!” “Ik ken het, dat opgejaagde gevoel, veel willen maar vooral veel moeten van jezelf, de druk die op je ligt, ook omdat anderen veel van je verwachten. Zonde eigenlijk… Ik denk nog weleens aan de woorden uit de Geschriften – Jezus las ze laatst nog met ons: “Voor alles is er een uur….. Al wat de Eeuwige heeft gemaakt, is mooi op zijn tijd. Ook heeft Hij de mensen de eeuwigheid in het hart gegeven….” Niet dan en straks, ooit, misschien. Maar vandaag, dit ogenblik, met en voor degenen die om je heen zijn. Zijn eeuwigheid in ons hart ervaren. Het goede genieten, zegt de Prediker, dat is een gave van God. Is dat dan ook niet deel hebben aan die eeuwigheid?” Maria en Marta, ook met hen is niets nieuws onder de zon, zou de Prediker zeggen. Mensen zoeken naar hun verhouding met de tijd. Mensen, vrouwen, mannen, voelen hun dagen als door hun vingers heengaan. Anderen zien op tegen weer een lange, lege dag. Zij zoeken contacten, bezigheden, geluiden, als was het om de gaten dicht te pleisteren. En weer anderen worden geleefd, kunnen alleen nog zeggen: ik heb het druk. Ja, het geeft zelfs een zekere status, dat te kunnen zeggen. “Hoe is het met je?” “Druk!” Wat moet en wat kun je anders zeggen, in een samenleving van prestatie en voortdurende communicatie. Overal geluid en de heersende mythe, dat ieder moment van de dag nuttig besteed moet zijn. De kreten in personeelsadvertenties, ook voor eenvoudige banen: “geen 9 tot 5 mentaliteit”! Wie bepaalt het leven van de ander hier? Ook de kinderen hebben volle agenda’s. Weekplanners hagen vol met afspraken voor sport, muziek, evenementen, - en dat alles naast school. Hun ouders moeten allebei werken, overwerken en op cursus, dan ’s avonds nog naar de sportschool….. Alles om bij te blijven, je baan te houden, de hypotheek te kunnen betalen en een strak lijf te houden…… Is het gek, dat je dan verlangt naar vakantie? En welke verwachting is er dan van die twee, drie weken? Soms worden er wonderen van verwacht: daarin moet alles gebeuren, waar 11 maanden per jaar geen tijd voor is. Die stapel ongelezen tijdschriften, het aftimmeren van de zolder, eindelijk aandacht voor de kinderen, dat bezoek aan tante in Friesland. Vacantie - het komt van “vacare” – leeg zijn. Betekent dat in praktijd nog: lege tijd? Hoe zit het met het inzicht in de tijd, dat God ons gegeven heeft, horen wij de Prediker vragen. Vacantie, lege tijd. Zou het niet een oefentijd kunnen zijn voor heel het jaar, om stil te kunnen, te durven zijn. Je handen in de schoot te leggen, te overpeinzen a la Prediker. Zou niet de vacantietijd je bewust kunnen maken van de schijnbaar nutteloze, alledaagse dingen. Die in het licht van de eeuwigheid een zelfde gewicht hebben als vergaderingen, dikke agenda’s of lange werkdagen? Het ritme van de dagen vinden, doorleven: het mag je doen op-ademen. Binnen en buiten, alleen of samen met een ander: letterlijk re-creëren. Vrolijk zijn en van het leven genieten: aanbevolen door de Prediker! Hij noemt het een Godsgeschenk. Hij kende ook de Sabbat: de zevende dag, door God gegeven om te rusten. Christenen verruilden die dag voor de zondag: dag van de Opstanding. Om elke week als het ware te worden “herschapen”. Of is die beleving van de zondag een beetje in de verdrukking gekomen? Voor veel christenen, gelovigen door de eeuwen heen, was goed geloven een actief geloven. Met de nadruk op actie. De kloostertradities, zoals de Benedictijnen, herinneren ons er gelukkig nog steeds aan, dat werken niet zonder bidden kan en dat we in het gebed nieuwe kracht, richting en energie ontvangen voor naastenliefde, maatschappelijke betrokkenheid en actie. In het klooster wordt elke arbeid op vaste tijden onderbroken voor het gebed en de lofzang voor God. Je laat het bijna letterlijk uit je handen vallen om naar de kapel te gaan….. Zoals Maria haar bezigheden even opzij legde om bij Jezus te zitten en te luisteren…… “Het is allemaal waar en mooi”, zegt Marta , “maar Maria, om het goede te genieten, moet je wel lekker eten koken enzo. En we zijn toch geroepen om voor elkaar te zorgen, voor de zieken, de oude mensen, de armen? Ik heb heus wel wat van de gesprekken meegekregen hoor. Ik hoorde een verhaal van Jezus over een Samaritaan, klopt dat?” “Ja, een gelijkenis” “Nou, die gaf toch het goede voorbeeld, zodat de wetgeleerde niet alleen mooie dingen kon zeggen maar het vooral ook zou doen!” “Ja, Hij sprak met ons over het ene Grote Gebod van de Liefde tot God en de naaste. Hij vertelde hoe pas geleden een Wetgeleerde hem de vraag had gesteld hoe een mens deel krijgt aan het eeuwige leven. . Hij had toen dat hele mooie, praktische verhaal van de Samaritaan verteld. Die deed wat, inderdaad, maar vooral: hij was er, hij kwam dichtbij. Hij had alle aandacht voor die ene, voor dat éne noodzakelijke op dat moment. En nu luisterden wij juist aandachtig en ik zag het, Hij raakte mij met dit verhaal, ik voelde iets van … eeuwig leven…. Zo dichtbij was het grote geheim van de Eeuwige zelf. Even.... en toen kwam jij tussenbeide, Marta.” “Ja, en ik dacht, dat Hij mij terecht wees…. Jij was een voorbeeld voor mij! Vroeger thuis was dat trouwens precies andersom, Maria! Maar jij had nu het goede deel hebt gekozen – Hij bedoelde het misschien dus iets anders dan ik dacht.” “Ja, Hij sprak zo liefdevol en overtuigend! Het goede deel kiezen, ik denk dat Hij bedoelde: kiezen voor de Liefde van God, kunnen ontvangen en luisteren. Hier en nu. Neem de tijd.” “Ja, eigenlijk was ik ook jaloers op jou, Maria, dat jij daar zat. “En het mooie is”, zegt Maria enthousiast , “dat je door de aandacht, door het luisteren en bidden weer wordt toegerust tot naastenliefde. We kunnen dat niet zonder Gods liefde! Het beste deel zal je niet worden ontnomen, zei Hij. Jou ook niet, Marta. Je druk maken, heel veel doen is geen voorwaarde voor Jezus en de Liefde van de Vader. Hij kijkt niet naar prestaties, Hij telt geen uren. God geeft ons de tijd en gaf ons Jezus. En je kent Hem toch: als Jezus er is, is Hij er ook helemaal. Hij spreekt graag, maar Hij kan ook fantastisch goed luisteren. Daarom kent Hij jou en mij zo goed.” “Ja, Hij kent mij, weet, dat ik het soms moeilijk heb, dat de drukte soms ook een vlucht is, dat ik me erachter verschuil..…. Maar Hij ziet mij en aanvaardt mij zoals ik ben. Dat is Gods liefde. Ik heb weer geleerd, vandaag, ik ben rustiger. Laten we die Liefde in ons hart vasthouden, de komende tijd, Maria.”. “Ja, zusje van me, Hij geeft ons tijd van leven, jou… en mij”. “Tot morgen!” klinkt er zachtjes in de stille straat waar een vrouw een ander nazwaait. Amen. Ds. Aleida Blanken. |