De klokkenluiders aan het woord
Interview met Herman Lubbers en Evert Wentink.
Wie kun je nu beter aan het woord laten over de klokken in de Remigiuskerk en het gebruik ervan door de eeuwen heen dan de klokkenluiders zelf. Daarom maar eens deze beide heren aan het woord gelaten.
Maar eerst even een paar wetenswaardigheden: In de toren van de Remigiuskerk van Hengelo Gld hangen 2 klokken. De “kleine” klok met een diameter van 104 cm; door wie deze is gegoten is onbekend, wel weten we dat hij in 1406 is gemaakt. De “grote” klok is 138 cm in doorsnee en in 1612 gemaakt door Peter van Triër. Waarschijnlijk zijn zowel de klokken als het houtwerk voor de klokkenstoel door middel van katrollen en met paardenkracht op hun hoge positie gebracht. Gedurende 105 jaar werden de klokken geluid door de fam. Lubbers. Opa Lubbers deed dit 35 jaar, vader Lubbers 40 jaar en de laatste Lubbers generatie, Herman, was 30 jaar “in touw”. Daarna werd dit overgenomen door Evert Wentink die tot op heden dit welluidende beroep uitoefent. In deze tijd werd het luiden van de klokken gecombineerd met het kosterschap.
Daarom eerst Herman “Lubbers de köster” maar eens gepolst, hij, inmiddels 91 jaar, kan hier boeiend over vertellen.
Hoe zit dat nu precies, dat luiden, wanneer moest dat en hoe ging dat?
Als klokkenluider moest je elke dag 3x de kleine klok luiden: ’s morgens om acht uur, ’s middags om twaalf uur en ’s avond om negen uur. Behalve op zaterdagavond, dan werd de grote klok geluid met het vallen van de schemering -de zondag inluiden-. De burgerlijke gemeente betaalde hiervoor een bedrag van 1 gulden per dag, dus altijd klaar staan voor 365 gulden per jaar!
Het was een tijdsaanduiding, de mensen op het veld hadden vaak geen horloge en wisten zo wanneer ze naar huis moesten om te eten. Om 9 uur ’s avonds de “papklokke”, pap etten en dan naor bedde.
Ook herinner ik me dat mijn ouders een heel enkele keer even voor 9 uur naar buiten keken en zeiden: wat een slecht weer, we gaan hier niet door om te luiden, geen mens die het hoort. Maar toch was er dan best de volgende dag het commentaar: köster ie hebt gisteraovend niet eluud.
Maar er werd toch vaker geluid?
Ja, dat zeker: bijvoorbeeld bij brand, dan werden de brandweerlieden ook door klokgelui gewaarschuwd, dus als koster moest je altijd paraat staan.
Ook werd er altijd geluid bij het overlijden van iemand binnen de gemeentegrenzen. Uit het luiden kon je al veel opmaken van de overledene: binnen de bebouwde kom werd en wordt er nog steeds geluid om tien uur. Buiten de bebouwde kom om half twaalf. Was de overledene een man, dan werd er eerst drie keer driemaal met de klepel tegen de grote klok geslagen, bij een vrouw was dit twee keer driemaal. Dit betekende wel dat er iemand naar boven moest om te klepelen, daarna kon de grote klok ook van boven geluid worden door middel van het trappen op een lange staak die met een touw de klok in beweging bracht. Beneden stond dan iemand om aan het touw van de kleine klok de trekken. Als er een kind van twaalf jaar of jonger overleden was, dan werd alleen de kleine klok geluid.
Wat een werk, dus jullie moesten vaak met z’n tweeën zijn?
Met z’n tweeën? Regelmatig zelfs met drie man want de grote klok kon je echt geen kwartier achter elkaar trekken, dan moest je afwisselen. Bij het overlijden van koningin Emma moesten we meerdere keren een uur lang luiden, “nou dan hei’j de knollen wel op”. Gelukkig kreeg ik, toen ik in de hogere klassen van de lagere school zat, soms een poosje vrij om mijn ouders te helpen in de toren.
En dan had je natuurlijk de gewone kerkdiensten.
Gelukkig hielpen sommige kerkgangers een poosje luiden, want ook dan werden beide klokken geluid en meestal waren er twee diensten op zondag. Ik herinner me nog dat er eens alleen om tien uur dienst was, het was dan gebruikelijk om een uur van te voren ook te luiden, maar mijn moeder was per ongeluk al om acht uur aan het luiden, een verschrikte buurman, vloog de kerk in en schreeuwde “waor is de brand” Moeders antwoord “oei, ik heb me een uur vergist”.
Herman, heb je verder nog aardige anekdotes?
Ja, dat was in de oorlog, al een poosje voordat de oorlog uitbrak had men op de eerste zolder een bord opgehangen met in vier talen: “Bezetter wilt u de klok met de “M” laten hangen”. Twee zolders hoger was de kleine en oudste klok gemarkeerd met een M. Toen de Duitsers in de oorlog de klokken wilden weghalen om te smelten bleek dat de “M” op de grote klok zat, wie dat op zijn geweten had was niet bekend, maar dit is waarschijnlijk gedaan omdat de grote klok een diepere klank heeft. Toen de kleine klok bij de ijzergieterij kwam, vond men het jammer om zo’n oude klok te smelten en hij werd opzij gezet. Een tijdje na de oorlog kwam hij terug en werd weer op zijn plaats gehangen.
Maar nu gaat alles toch elektrisch?
Dat klopt, ik weet niet precies wanneer dat is begonnen, maar hoe dat nu allemaal gaat, kun je beter aan Evert Wentink vragen.
Dus een afspraak gemaakt met Evert Wentink, die ook graag hieraan wil meewerken.
Evert, volgens mij ben jij ook al aardig lang in beeld met het klokken luiden?
Ja, dat is een taak die ik er bij kreeg toen ik meer dan 25 jaar geleden het kosterschap van Herman Lubbers overnam. Vijftien jaar lang ben ik fulltime koster geweest, daarna nog altijd tijdens begrafenissen en huwelijken. En nog steeds zorg ik ervoor dat bij overlijden en andere bijzondere gelegenheden de klokken worden geluid.
Toen jij begon, was het al elektrisch, gewoon de knoppen omzetten?
Dat klopt, in het begin: de schakelaars omdraaien en er bij blijven totdat de tijd om was en weer uitzetten. Na een paar jaar werd er door de dhr. Politiek een praktische oplossing bedacht. Een soort “kookwekkers” werden op de schakelaars gezet, zodat je niet hoefde te wachten totdat de luid-tijd er op zat.
Wel was het zaak om bij overlijden de grote klok eerder te laten beginnen, zodat je weet dat het om een sterfgeval gaat.
Dus makkelijk, gewoon aanzetten, tijd instellen, en klaar is Kees?
Nou, niet helemaal, je moest er heel goed op letten dat je niet aan het luiden was, op het moment dat de klok de halve of hele uren sloeg. Dit gebeurt namelijk doordat er een hamer aan de buitenkant tegen de klok slaat. Beweegt de klok op dat moment, dan kan de hamer er langs ketsen, hem missen en in het ergste geval afbreken.
In het digitale tijdperk zal er wel weer een modernere oplossing zijn?
Tegenwoordig is de hamer uitgeschakeld als de klok wordt geluid. Ik bedien de klokken nu vanaf mijn mobiele telefoon. Als ik gebeld word dat er een overlijden is, kan ik via een 06-nummer en codes aangeven wat er gebeuren moet: grote klok, kleine klok, vijf minuten of vijftien, zo kan ik vanaf waar ook in de wereld, de klokken in Hengelo laten luiden. De morgen-, middag- en avondklok wordt per computer automatisch bediend terwijl zelfs op zaterdagavond elke maand een aparte tijd is ingeregeld, zodat ongeveer een half uur na zonsondergang de zondag wordt ingeluid.
Wel gemakkelijk toch?
Natuurlijk, maar het geeft ook wel spanning, werkt de elektronica? Vanaf mijn huis kan ik soms de klokken niet horen. Als er dan ook niet gebeld wordt vanuit Hengelo met de vraag, “Evert wie is er dood?” dan spring ik op de fiets, doen ze het niet dan gaat het weer zoals van ouds via de kookwekkers. Omdat ik bij uitvaarten meestal koster ben, kan ik, als de stoet de kerk verlaat, de klokken bedienen. Dat gaat meestal ook via de telefoon. Omdat de kookwekkers weinig gebruikt worden, hebben ze de neiging om te blijven hangen op bijvoorbeeld 8 minuten. Vaak ben ik dan al naar huis en dan moet ik, meestal na een telefoontje met de boodschap: “de klok blijft maar door bengelen”, weer terug om de wekker uit te zetten.
Evert, heb jij nog bijzondere wetenswaardigheden?
Misschien aardig om te vertellen, dat met dodenherdenking er vijf minuten geluid wordt voorafgaand aan de twee minuten stilte. Dat betekent om zeven minuten voor acht aanzetten en om 3 minuten voor acht weer uitzetten. De klokken luiden na het uitzetten altijd een poosje door en om acht uur moeten ze natuurlijk zwijgen. Bij de uitvaarten van prins Claus en prins Bernard is er landelijk geluid en wel 15 minuten lang. We kregen de opdracht om te beginnen op het moment dat de overledene de grafkelder werd ingedragen.
Herman en Evert: heel hartelijk bedankt voor jullie indrukwekkende verhalen, waaruit we horen dat het veel inzet vergde en vergt. Nee, het gaat absoluut niet vanzelf. Alle respect!
We zullen zeker met andere oren luisteren als de klokken luiden!
Hengelo Gld., augustus 2016.