Dopen

Ongeveer vijf keer per jaar is er in de kerkdienst gelegenheid om te dopen. 
Wij dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Daarmee wordt gezegd: God de Vader verklaart je tot zijn zoon, dochter. 
Wij dopen met water. In de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis ging de (volwassen) dopeling helemaal het water in en werd daar mee overgoten. Water is symbool van dood en leven. Het water van de doop is een graf waarin de oude mens met Christus wordt begraven. En het is het vruchtwater waaruit de nieuwe mens van hogerhand aan het licht wordt gebracht. Het is een nieuwe geboorte uit water en Geest.
Bij de doop wordt aan de dopeling ook een doopkaars gegeven met de naam van het kind er op. Deze kaars wordt aangestoken aan het licht van de Paaskaars, licht van de opstanding en nieuw leven.